Nadat de nieuwe buiswand van de vuurkist is voltooid, worden nu de gaten voor de verwarmingsbuizen geboord. Daardoor stromen de hete verbrandingsgassen van de verbrandingskamer naar de rookkamer en warmen onderweg het ketelwater op.
Voordat het reserveonderdeel in de vuurkist kan worden geplaatst, moet eerst de defecte buiswand worden afgesneden. Hiervoor wordt een plasmasnijder gebruikt (linksonder). Vervolgens moet de nieuwe buiswand aan de vuurkist worden aangepast. Beide zijn nu klaar om te worden vervoerd naar een speciaal bedrijf dat de koperen delen zal lassen (rechtsonder).
Het koperen laswerk wordt uitgevoerd door de firma SMS Buss-Canzler in Butzbach (zie foto’s hieronder). Deze firma laste al in de jaren zestig koperen vuurkisten voor stoomlocomotiefketels. Ook onze 89 339 werd daar aantoonbaar vervaardigd. Deze productietechniek werd echter jaren later verlaten, want na de Tweede Wereldoorlog werden vuurkasten meestal van staal gemaakt. Koperen vuurkisten, voor zover die nog bestonden, werden toen alleen nog maar gerepareerd. Daarom werd deze techniek speciaal voor de restauratie van de 98 727 nieuw leven ingeblazen.
In de werkplaats van de Internationale Federatie wordt ook gewerkt aan de cabine. Deze wordt daar opnieuw opgebouwd. De onderdelen worden geklonken volgens het historische model. Hieronder is te zien hoe een aantal klinknagels al op de rand van het dak is gezet met de zelfgebouwde klinkhamer.
De bouten voor de “vleugelsloten” werden op de deur van de rookkast geplaatst. Deze vergrendelen de deur. Het scharnier werd ook nieuw gemaakt en kan worden gemonteerd.